Stem in de Stad
Zeven dagen per week, een huiskamer in de stad
Deze keer is het woord aan Debbie Klaassen, coördinator Ontmoeten
Het Haarlems Weekblad plaatst om de week een column van Stem in de Stad. Deze organisatie zet zich in voor Haarlemmers die het moeilijk hebben en kijkt om naar kwetsbare mensen die in nood zijn, naar mensen die niet altijd gehoord of gezien worden. Deze week is het woord aan Debbie Klaassen, coördinator Ontmoeten.
Zomaar een doordeweekse dag in het Aanloopcentrum van Stem in de Stad. De vaste vrijwilligers van die ochtend komen tegen 10:30 uur aan. Er wordt verse koffie en thee gezet en de kopjes en schotels én koekjes worden alvast op de balie klaargezet. Iemand steekt de kaars aan bij de herdenkingszuil van de gasten die in de afgelopen jaren zijn overleden. De suikerpotten zijn ondertussen al over de groepjes tafels verspreid. Op elke tafel staat een vaasje met bloemen. De afwasmachine in de keuken is alvast opgestart. Zo heeft elke vrijwilliger een taak en vult iedereen elkaar aan. Dan is er nog tijd om bij elkaar te gaan zitten en de afgelopen week met elkaar door te nemen.
Favoriete tafel
Om klokslag 11:00 uur gaat de voordeur open. Een groepje vaste gasten staat daar meestal al te wachten. Vanaf dat moment is het een komen en gaan van mensen. Sommigen hebben een favoriete tafel om aan te zitten, dat zijn vaak gasten die al jarenlang komen en vriendschappen met elkaar hebben gesloten. Anderen zoeken een rustigere plek op of zitten liever even alleen. De vrijwilligers schuiven bij de gasten aan tafel. Mensen vertellen over wat ze hebben meegemaakt, anderen luisteren. Spelletjes worden tevoorschijn gehaald. De vuile vaat wordt afgewassen.
Het is een koude winterdag en gasten vragen naar een sjaal, handschoenen, een warmere jas of extra sokken. Gelukkig hebben we die toevallig op voorraad; eerder langsgebracht door betrokken mensen die de kleding een goede bestemming wilden geven. Om 13: 00 uur sluit het Aanloopcentrum. De laatste gasten vertrekken. Er wordt opgeruimd en schoongemaakt en we praten nog met elkaar na. Dan worden de vrijwilligers van de ochtend afgewisseld door de vrijwilligers van de middag. Ook zij zetten verse koffie en thee en de schone kopjes en schotels worden weer op de balie klaargezet. We gaan nog even bij elkaar zitten tot 14:00 uur, dan opent het Aanloopcentrum weer, twee uur lang. Nieuwe gasten komen binnen.
Huiskamer
Zo verandert de ruimte van het Aanloopcentrum zeven dagen per week in een huiskamer. In een ruimte waarin wij bij elkaar betrokken zijn. Waar verjaardagen worden gevierd. Zorgen over gasten die het moeilijk hebben, met elkaar worden gedeeld. Soms is er ruzie, maar dat duurt meestal niet lang. Even stoom afblazen en het is vaak weer over. We kennen elkaars eigenaardigheden en leren hiermee om te gaan en dat maakt ons samenzijn elke dag weer bijzonder.
Bron: https://www.rodi.nl/haarlem/nieuws/378694/zeven-dagen-per-week-een-huiskamer-in-de-stad
