Petra de Vries volgt haar hart
Van zakelijk manager naar straatpastor
Na zeven jaar de zakelijke kant van Stem in de Stad te hebben geleid, slaat Petra de Vries een nieuwe weg in. Herman Stomphorst neemt haar rol als zakelijk manager over, en zij gaat binnen Stem door als straatpastor. Een bewuste stap, terug naar waar het voor haar ooit begon: dichtbij de mensen. “In dit werk zie je een veelheid aan levens. Soms is dat mooi, soms pijnlijk, maar altijd verrijkend.”
Petra werkt al zeventien jaar bij Stem in de Stad, in uiteenlopende functies. Ze begon als coördinator van het Aanloopcentrum. “Bij mijn sollicitatiegesprek met Stem in de Stad-oprichter Jurjen Beumer had ik een rugzak vol boeken van Anselm Grün bij me. Die viel om, alle boeken rolden eruit. Jurjen keek ernaar en zei: ‘Je bent aardig onderlegd.’ Dat heeft misschien geholpen”, zegt ze lachend.
Andere wereld
Bij Stem in de Stad belandde Petra – die voorheen als zorgmanager werkte – in een heel nieuwe wereld. “Ik weet nog dat ik op het puntje van mijn stoel zat bij de eerste ontmoetingen. Niet omdat ik bang was, maar omdat ik verhalen hoorde die ik nog nooit had gehoord. Ik was geïntrigeerd maar dacht ook: Hoe is dit mogelijk? In Nederland is toch alles geregeld?”
Stem in de Stad bevond zich destijds nog verderop aan de Nieuwe Groenmarkt. “Een pijpenlaatje,” herinnert Petra zich. “Maar we werkten er met veel plezier. In mijn vorige baan had ik een goed salaris, maar als ik nu naar huis fietste, voelde ik me rijker dan ooit. Ik had een huis, een gezin, alles – dat besef maakte me dankbaar, maar het schuurde ook. Want ik had zoveel meer dan de mensen die bij ons over de vloer kwamen. Daar moest ik een weg in vinden.”
Van maatschappelijk werk tot management
Rond 2011 stapte Petra over naar het maatschappelijk werk en zette ze het diaconaal spreekuur op. Na het overlijden van oprichter Jurjen Beumer werd ze gevraagd deel te nemen aan het directieberaad, als klankbord voor de nieuwe directeur. “Zo rolde ik steeds meer de beleidskant in,” vertelt ze.
Nadat toenmalig directeur Ranfar Kouwijzer afscheid nam bij Stem in de Stad, pleitte Petra voor een interim. Maar wie moest dat worden? “Bovenop de Etna, op vakantie in Sicilië, dacht ik: Waarom doe ík het niet, tijdelijk? Ik wilde gewoon helpen.” Dat ‘tijdelijk’ werd na verloop van tijd structureel. Vanaf 2021 vormde ze samen met Joost van den Bogert het nieuwe managementduo van Stem in de Stad: Petra als zakelijk manager, Joost als pastoraal manager.
Foto: Petra de Vries (midden) tijdens het symposium ’30 jaar gastvrijheid in het hart van Haarlem’ in september 2025. Foto: Ron Moelijker
Corona en keuzes
De coronapandemie zorgde voor intense jaren. “Dat was een afschuwelijke tijd,” zegt Petra. “We maakten ons grote zorgen om onze vrijwilligers, van wie velen tot de risicogroep behoorden. En om onze gasten, die nergens terechtkonden. De mensen mét wie we het deden én de mensen vóór wie we het deden, waren kwetsbaar.”
Toen ontmoetingen verboden werden, moest Stem in de Stad noodgedwongen de deuren sluiten. “Dat raakte ons diep, want nabijheid is juist onze kern. Twee jaar lang hebben we afhaalmaaltijden georganiseerd, om toch contact te houden. Soms voerden we gesprekken letterlijk door de brievenbus. Toen we uiteindelijk een ontheffing kregen om weer mensen te ontvangen, was dat een enorme opluchting.”
Na corona bleek dat veel vrijwilligers waren gestopt. “We hebben elkaar erdoorheen moeten trekken, blijven geloven dat het goed komt. En dat kwam het ook: er kwamen nieuwe vrijwilligers en nieuwe gasten.”
Terug naar de kern
Een andere uitdaging was beleidsmatig van aard. “We deden op een gegeven moment zóveel dat we dreigden te verliezen wie we eigenlijk zijn,” vertelt Petra. “Daarom hebben we scherp gekeken: wat is onze kern? Dat is ontmoeting en inspiratie. Dat betekende ook vaker ‘nee’ zeggen, hoe moeilijk dat soms ook is. We willen er graag voor iedereen zijn, maar soms is een andere organisatie beter toegerust om te helpen.”
Hoogtepunten
Lichtpuntjes waren er ook. “Ik herinner me dat we eens gebeld werden door een stichting die werd opgeheven. Ze wilden hun resterende saldo – twintigduizend euro – aan ons schenken. Dat raakte me diep. Dan voel je hoe sterk Stem in de Stad verankerd is in Haarlem.”
Bij zulke momenten denkt Petra aan de mensen die de organisatie hebben opgebouwd. “Wij kunnen dit doen dankzij het fundament dat Jurjen Beumer en zovelen na hem hebben gelegd. Tegelijkertijd leven we in een tijd waarin de armoede toeneemt – niet alleen financieel, maar ook geestelijk. Er is een verschraling in de samenleving, in het denken en in de zorg voor elkaar. Daarom is een plek als Stem in de Stad meer dan ooit nodig. Ik noem het graag een oefenplek voor medemenselijkheid.”
Terug naar de mensen
Dit voorjaar besloot Petra haar baan als zakelijk manager in te ruilen voor die van straatpastor. “Ik vroeg me af: waar word ik echt blij van? Het antwoord was duidelijk: met mensen meelopen, luisteren, aanwezig zijn.”
Als straatpastor wil ze veel tijd op straat doorbrengen en nadenken over nieuwe vormen van contact. “Ik droom van een ‘buitendienst’: vrijwilligers die buiten de muren van Stem met mensen in gesprek gaan. Niet om ze naar ons toe te halen, maar om ze te laten voelen dat ze gezien worden.”
Leren en luisteren
Om haar nieuwe rol verder te verdiepen, is Petra deze zomer begonnen aan de vierjarige opleiding ‘Geestelijk Begeleider’ aan de Academie voor Geesteswetenschappen. “Ik heb zelf een christelijke achtergrond, maar het mooie aan deze opleiding is dat die niet gebonden is aan één religie. Het gaat over zingeving in brede zin: wat geeft je kracht, wat doet je struikelen, waarom leef je verder? Die vragen zijn van iedereen. Die open benadering vind ik heel waardevol in het contact met alle gasten van Stem.”
Na zeventien jaar in vele rollen, begint Petra dus opnieuw – met open ogen en een open hart. “Ik heb me altijd rijk gevoeld bij Stem in de Stad. En dat gevoel blijft, juist nu ik weer letterlijk de straat op ga.”
Foto: Op 3 november gaf Petra symbolisch het roer over aan de nieuwe zakelijk manager Herman Stomphorst.
